Die heerlijke eenheid van leven en wonen

.

hangmat-uitproberen-in-de-woonwagen-kl-frm

.

De zon schijnt door de ramen. Fel en wit straalt hij op de nieuwe voordeurtjes. Ze zitten er alle vier in, twee boven en twee onder. Ook de vurenhouten vensterbanken baden in het winterse licht. Ze reflecteren hun warme oranje kleur in mijn richting. Ik krijg er een tevreden gevoel van. Het ligt er vol houtstof, schroeven, boortjes, allerlei stukjes hout. Eén blik en je weet het. Hier wordt gewerkt. Maar vandaag niet! Ik ga iets heel anders doen. Om een lang project leuk te houden, moet je bezigheden af en toe variëren. Iets doen waar je eerder nog niet aan dacht, iets leuks, met een snel resultaat.
Deze week werd ik wakker met een prachtgedachte. Ik zag het helemaal voor me. De hangmat, nù wist ik precies waar hij moest hangen! Hij zou een plek krijgen tussen de twee noklatten! Grijnzend bedacht ik me hoezeer alles met elkaar klopte, de beschikbare ruimte waar ik hem zou opbergen, de kracht van de construktie die juist op die plek hartstikke sterk is. Het warme groene doek zou perfect passen bij de geelwitte katoen van het dak.

Dus daar sta ik dan, mijn hoofd in de nek, frutselend met de harde lus van het uiteinde van het grote groengekleurde kleed. Om straks niet plotseling op mijn kont te liggen, maak ik hem vast met een abusslot. Het slot past mooi om de essenhouten boog heen die in de nok tevoorschijn komt. Hetzelfde doe ik met de andere kant, onder het lange, smalle daklicht. Het past allemaal precies. Tevreden wip ik mijn achterste over de rand van de mat en rol achterover. De stevige stof sluit zich om mijn lichaam als een noot in zijn dop. Is er iets fijners dan zo te liggen, met de zon in mijn gezicht?

Het is lekker in de wagen, terwijl het januari is en ik nog geen kachel heb. De zonnewarmte valt door de ruiten naar binnen. De dikke laag wol houdt de kostbare warmte vast, de lucht is droog en aangenaam. Terwijl ik van uit de hangmat door het raam kijk, vraag ik me af hoe de ruimte verhouding van mijn wagen is, de muur en isolatie ten opzichte van de binnenruimte. De muren, het dak en de vloer zijn bijna tien centimeter dik. In totaal kom ik kom uit op iets minder dan dertien procent van het geheel. Hoeveel is dat bij andere huizen? Raar eigenlijk dat ze de grootte van de binnenruimte ongemoeid laten bij de bouwwet voor isolatie. Het maakt nogal wat uit of je deze wand voor een kasteel gebruikt, of voor een heel klein huisje. Dat het wat klein is vind ik niet erg. Als ik hier in mijn hangmat lig ben ik helemaal gelukkig.
Hoeveel anderen zullen mij nog volgen? Er zijn er genoeg, mensen die geen huis kunnen betalen en voor wie klein wonen een uitkomst is. En ook voor anderen kan het de oplossing zijn, dakloze Groningers, flexwerkers die mobiel willen wonen, forenzen die niet meer willen reizen. Het meest houd ik van mensen die net als ik, van weinig kunnen genieten, als ze maar veel groen om zich heen hebben. Mensen met respect voor de bodem waar we op staan, voor de lucht die we inademen en daarom kiezen voor klein en eenvoudig.

Ik besef hoe bijzonder het is dat ik dit kan bouwen, in mijn eentje, zonder voorbeeld. En steeds meer ben ik ervan overtuigd: dit wordt een plekje om in de meest extreme omstandigheden toch prettig thuis te kunnen zijn, of het buiten nou bloedje heet is, of hartstikke koud. We zullen het allemaal meemaken. Het moment dat ik erin ga wonen komt steeds dichterbij.

Zo lig ik in mijn hangmat en kijk naar buiten. Ik heb er vertrouwen in.

.

.

Inspirerende links:

http://www.tinyhousenederland.nl/inspiratie/we-hebben-meer-pioniers-nodig/

http://www.tinyhousenederland.nl/regelgeving/tiny-house-wetgeving-van-bouwbesluit-tot-omgevingswet/